Ik hoop dat u het goed hebt.
Ik hoop dat u voldoende kan rusten en dat u deze zomer wat tijd hebt.
Maar u verdient geen vakantie.
1.
Ik hoop oprecht dat u tijd en rust hebt. Daar zat geen ironie in, en geen verwijt.
De zomer is bij uitstek het seizoen, waarin de regelmaat van het jaar, en de voortdurende uitputting – hoe is het? goed, maar moe – voor vele mensen even wordt doorbroken. En al lijkt het mij duidelijk dat dat doorbreken vaak te weinig en te kort is – en zeker, niet goed genoeg verdeeld – ik waardeer elk doorbreken van het ritme en alle vrijgekomen ruimte. Hoera, goddank, fuck ja.
2.
Tijd en ruimte lijken mij een voorwaarde om “goed” te kunnen leven. Om te kunnen leven zoals we dat ook zelf willen. Om aandacht te kunnen geven aan wat elk van ons zelf belangrijk vindt. Om samen te leven met de mensen en de bredere wereld die deel van ons zijn. Om te leven, zonder geleefd te worden. Zoiets.
Maar dat is niet de realiteit waarin de meesten onder ons leven.
Daarvoor hebben we te weinig tijd.
Daarvoor zijn we te moe.
Het is dan ook van belang hoe we over die vermoeidheid denken en met elkaar spreken. Deze tekst gaat over de prestatie-trots die in het verhaal rond vermoeidheid verwikkeld zit en die ik graag uit het raam zou keilen.
3.
Van jongs af aan leren we trots te zijn op periodes waarin we de noden van onze hoofd-lijf-ziel, en van de wereld waarin die verwikkeld zit, tijdelijk negeren. Het vermogen om dat te doen vormt een voorafspiegeling van ons maatschappelijk succes. Die zal het nog ver schoppen! Als kind krijgen we dan, in het beste geval, een welverdiende vakantie op het rapport. Als volwassene, in het beste geval, een laudatio voor de ongelooflijke tour de force. En in het licht van die prachtige prestatie, wordt een groot deel van de realiteit waarbinnen die prestatie zich aftekent, vergeten, genegeerd of impliciet waardevol geacht– ja, het was een rotperiode, maar wat een resultaat.
En dan volgt er vakantie, die wordt gebruikt om weer voort te kunnen, in hetzelfde stramien.
4.
Ik hoop dat u deze zomer kan rusten en tot enig herstel komt van uw hoofd-lijf-ziel, en van uw directe omgeving (leed blijft nooit binnen een individu).
Ik hoop ook dat u dat lukt, zonder trots te zijn op grootse prestaties. Het lijkt mij dat prestaties naarmate ze groeien met meer leed verbonden zijn (zowel individueel als maatschappelijk).
Ik hoop dan ook dat u deze zomer geen “batterijen moet opladen” voor de volgende periode van ontmenselijking. De eerste machines waren mensen. Laten we dat kader zelf niet omarmen, maar samen rouwen om al wie en wat ermee verloren ging.
U verdient geen vakantie. Wel hebt u recht op tijd en rust.
Ik hoop dat u het goed hebt.