Deze week schreef ik over tijd en rust, over werk, en over realisme in tijden van genocide. Vandaag gaat het over Paw Patrol.
Als u nog nooit Paw Patrol hebt gezien, ben ik blij voor u. Paw Patrol is een lui kinderprogramma, met een grote merchandise-machine. De kinderen waar ik over moeder hebben eerst een bal gekregen van Paw Patrol. Dat kenden ze al van de brooddozen, drinkbussen en lichtgevende schoenen van hun vrienden. En sinds die bal is het hek van de dam.
Dit is het concept: in een felgekleurde wereld zonder maatschappelijke problemen volgen we de avonturen van honden die met auto’s rijden onder de leiding van een jongentje dat geen vrienden of sociaal vangnet heeft, en zich daarom maniakaal op de “veiligheid” van zijn woonplaats Avonturenbaai heeft gestort. Elke aflevering heeft volgend verloop: de pups spelen nietsvermoedend. Een onschuldige burger van Avonturenbaai (er zijn er ongeveer 5) heeft een probleem en door een gebrek aan overheidsdiensten wendt die zich tot die eenzame jongen met zijn getrainde honden. Vanuit een onverklaarbaar gefinancierde controletoren kiest het aan zijn lot overgelaten joch auto’s en puppy’s om de situatie – meestal veroorzaakt door het wangedrag van de burgemeester van het naburige dorp – op te lossen. Alles wordt opgelost zonder verdere gevolgen. Wanneer je ons nodig hebt, blaf dan om hulp. Iedereen lacht.
In Antwerpen is de politie vorig jaar verhuisd naar een onverklaarbaar gefinancierde glazen toren. Ik zag eerst de nieuwe vlaggen, met daarop niet enkel het logo van de politie, maar ook een Amerikaans aandoend wapenschild met het angstaanjagende opschrift Defensor Libertatis. Daarna kwam ook de imposante inkomhal tevoorschijn, met hetzelfde embleem dat uittorent boven de bezoekers. Van buitenaf kan je een motor zien staan op de eerste verdieping. Het lijkt dat die geen andere functie heeft dan uiterlijk vertoon en promotie.
De stad Antwerpen gaat nochtans prat op besparingen. Er wordt bespaard op jeugdwerk en cultuur. Het personeel wordt afgebouwd. De wachtrijen bij de voedselbedeling zijn lang en lijken te groeien. Iedereen moet meer doen met minder. Een discours dat ook de huidige regeringsvorming tekent. De begroting moet op orde. En dus moet er bespaard. Als we kijken naar internationale tendensen die op hetzelfde discours bouwen – en het machtsvertoon en de militarisering van de politie doen mij dan onmiddellijk denken aan de V.S. – dan weten we waarvoor dat discours vaak gebruikt wordt. Er wordt niet op alles bespaard: er gaat meer geld naar veiligheidsdiensten (controle en repressie) terwijl de basisrechten van vele mensen systematisch worden miskend. Regeringen die pleiten voor besparingen, geven zelden minder uit. Ze besparen op leven en investeren in geweld. Hun politie zit klaar in gevechtsmodus, hun militairen worden uitgerust met dodelijker materiaal, en hun propagandamachine wordt opgeblonken – met ronkende motoren.In Paw Patrol is er geen ambulancehond. Er zijn geen leerkrachten, en niemand doet aan sociaal werk. En ondanks de nadruk op voertuigen, is er geen openbaar vervoer.